Afspraak maken
Fok- en drachtbegeleiding
In onze praktijk doen wij ook aan fok- en drachtbegeleiding. Vooral dierenarts Annemieke Hotting-de Boer heeft zich hierop toegelegd. Bij deze begeleiding prikken we bloed voor een progesteron bepaling, hiermee bepalen we het juiste tijdstip van dekking. Daarnaast maken we een echo om te bepalen of de hond drachtig is en tellen we de pups. Indien nodig maken we ook nog een röntgenfoto.
In dit stuk bespreken we wat er allemaal komt kijken bij het krijgen van een nest.
De ouderdieren
Het begint met de ouderdieren, welke honden passen goed bij elkaar en waarom? Hierbij komt vaak heel wat stamboom- en, in sommige gevallen zelfs, genetisch onderzoek bij kijken. Elke lijn van ouderdieren heeft namelijk haar sterke kanten, maar ook haar beperkingen en afwijkingen. Het is dus belangrijk om bij elke combinatie na te gaan wat deze zijn. Bij rashonden is het verstandig of zelfs noodzakelijk om de richtlijnen na te gaan. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de ouderdieren te laten controleren op elleboog- en heupproblemen door middel van röntgenfoto’s en/of oogonderzoeken te laten uitvoeren bij een oogspecialist.
Naast de genetische achtergrond van de ouderdieren is het ook belangrijk om te letten op het karakter van beide ouderdieren en de lichamelijke conditie. De lichamelijke conditie is in orde wanneer de ribben door de vacht gevoeld kunnen worden, als deze te diep liggen is het dier te zwaar. Een hond met overgewicht kan problemen krijgen tijdens de dekking, zwangerschap (dracht) en bevalling (partus). Verder horen beide ouderdieren voldoende spiermassa te hebben zodat de dekking en de partus natuurlijk kunnen plaatsvinden.
Zodra de teef uitgegroeid en lichamelijk in orde is, kan zij gedekt worden. De leeftijd van de teef is belangrijker dan de leeftijd van de reu. Een reu kan meestal vanaf jonge leeftijd tot op hoge leeftijd goed sperma produceren, wel is het belangrijk dit bijtijds te laten controleren als u kiest voor een reu op leeftijd. Zeker als hij de laatste maanden geen nest meer heeft voortgebracht. Voor een teef kan een hogere leeftijd echter voor meer problemen zorgen, hierbij moet gedacht worden aan onder andere bevruchtings- en partusproblemen. Regels hieromtrent zijn vaak opgenomen in een fokreglement.
Progesteronbepaling
Om de kans op een succesvolle dracht zo groot mogelijk te maken is het belangrijk om te weten wanneer de ovulatie (eisprong) van de teef plaatsvindt. Dit doen wij door bloed bij haar af te nemen.
Tijdens een loopsheid produceert het lichaam het hormoon progesteron. De hoeveelheid progesteron kan stijgen en dalen tot aan de ovulatie. Na de ovulatie stijgt het progesteron door en blijft deze lange tijd hoog. Na de ovulatie hebben de eicellen tijd nodig om te rijpen, daarna kunnen ze bevrucht worden. Ons advies is om vanaf dag 7 of 8 van de loopsheid te starten met progesteron te bepalen. We tellen dan vanaf de eerste dag dat er duidelijk rode uitvloeiing uit de vulva wordt gezien. De Catalyst en Immulite zijn ‘betrouwbare bloedanalyse apparaten die hiervoor kunnen worden gebruikt. Wij gebruiken de Catalyst en rekenen de waarde om naar de waarde van de Immulite. Kleurtesten of andere methoden kunnen soms erg afwijken en zijn niet aan te raden. Zelfs het gedrag van teef en reu geeft regelmatig geen betrouwbaar beeld. Zodra de teef de eisprong heeft gehad, kunnen wij u adviseren wanneer de teef het beste succesvol gedekt zou kunnen worden.
Drachtbegeleiding
Na de dekking is het hopen dat er een mooi en gezond nest geboren zal worden! Maar hoe kunt u zien dat uw teef inderdaad drachtig is geworden?
Vaak verliezen drachtige teven in de eerste weken na de dekking wat slijm uit de vulva, ze kunnen slomer worden en vaak gaan ze ook slechter eten of zelfs braken. Naarmate de dracht vordert gaan de melkklierpakketten opzetten en worden de tepels hardroze. Het dikker worden van de buik wordt in dit stadium lang niet altijd al waargenomen.
Helaas komen deze verschijnselen ook voor bij teefjes die schijndrachtig zijn. Dit treedt bij alle honden in meer of mindere mate na een loopsheid op en kan erg lijken op een dracht.
Het is ook mogelijk de vruchtblaasjes door middel van buikpalpatie tussen 26-30e dag te voelen. De vruchtblaasjes zijn na 4 weken ongeveer 2,8 cm groot. Bij een klein nest, bij honden die hun buik erg aanspannen of bij honden die veel ontlasting in de darm hebben zitten, kan dit erg lastig zijn. Na 32 dagen is de gehele baarmoeder verdikt en zijn de afzonderlijke vruchtblaasjes vaak niet meer te voelen. Vanaf 45 dagen is het vaak mogelijk de bewegende pups via de buikwand te voelen.
De methode die wij in onze praktijk gebruiken is het echografisch onderzoek van de buik. Wanneer dit tussen 28 en 32 dagen van de dracht (gerekend vanaf de laatste dekking) wordt uitgevoerd, kan bij de meeste honden met grote zekerheid gezegd worden of en van ongeveer hoeveel pups uw teef drachtig is. In dit stadium is het vruchtblaasje gevuld met vruchtwater en zijn de vruchtdelen en hartactie goed te zien. Wij geven er de voorkeur aan dit bij de staande teef te doen, dit geeft vaak minder stress dan op de rug. Wij scheren een klein deel van de buik, waarna met echo-gel de pups in beeld worden gebracht. Het is dan ook mogelijk een foto van een vruchtblaasje of een filmpje van de vruchtjes mee naar huis te krijgen op USB-stick. Bij zeer beweeglijke honden, een zeer klein nest, bij grote honden of bij honden met veel gas/ontlasting in de buik kan het gebeuren dat er een vruchtblaasje gemist wordt. Voor het vaststellen van een dracht is deze methode dus zeer geschikt, maar geeft geen 100% zekerheid. Het is in dit stadium zelfs mogelijk dat (meerdere) vruchtblaasjes nog geresorbeerd gaan worden. Het lichaam ruimt dan de niet levensvatbare vruchten op, vaak zonder dat dit aan de buitenkant waarneembaar is.
Vanaf 50-55 dagen dracht is het ook mogelijk een röntgenfoto van de buik te nemen. In dit stadium van de dracht zijn de botdelen van de pups duidelijk te zien. Wij adviseren het maken van een röntgenfoto wanneer er bij het echografisch onderzoek zeer weinig of zeer kleine/afwijkende vruchtzakjes gezien zijn. Een klein aantal pups kan een hoger risico betekenen op resorptie of dat er misschien een keizersnede nodig zal zijn. Het maken van een röntgenfoto in dit stadium van de dracht heeft geen nadelige gevolgen voor de teef of de pups. Het wel verstandig uw teef voor de foto geen eten te geven. Het kan anders gebeuren dat de maag/darminhoud een groot deel van de buik vult waardoor pups over het hoofd gezien kunnen worden. Met deze methode is de kans op een goede telling van het aantal pups het grootst, maar helaas geeft het ook hier geen 100% garantie.
Nadat duidelijk geworden is dat uw teef drachtig is, kan de voorbereiding
op de komst van de pups beginnen.
Nu begint de periode van de verzorging tijdens de dracht van de teef, de voorbereiding op de bevalling, we noemen dit de partus, en de eerste verzorging van de pups.
Voeding van de teef
Voor de zwangere teef is een goed uitgebalanceerd en compleet voer erg belangrijk. Een compleet hondenvoer voor drachtige honden zoals sommige premium voederfabrikanten op de markt brengen is zeer geschikt. In de laatste 2 weken van de dracht groeien de pups het snelst en komt ook de melkproductie bij de moederhond op gang. Vaak eet de teef vlak voor de bevalling ongeveer 150%, verdeeld in kleine porties. Het is belangrijk niet eerder dan 2 weken voor het einde van de dracht te gaan bijvoeren omdat overgewicht voor problemen tijdens de bevalling kan zorgen. De melkproductie neemt toe tot in de 3e of 4e week na de bevalling, de teef eet hierdoor soms wel vier keer zoveel als normaal!
De omgeving
Teven willen van nature een rustige, stabiele en veilige omgeving om hun pups te krijgen. Een teef zal in een onrustige, stressvolle omgeving de bevalling tegenhouden! Dit betekent dat het verstandig is al vroeg een werpkist in huis te zetten, zodat moeder hiermee vertrouwd is zodra de weeën beginnen. Een werpkist moet groot genoeg zijn voor de teef om er languit in te kunnen liggen. Ook moet er voldoende ruimte zijn om een warmere plek voor de pups en een koelere plek voor moeder te creëren. De teef zal onder een warmtelamp/op de warmteplaat, die bedoeld is om de pups op temperatuur te houden, de pups vaak niet willen voeden omdat zij het dan zelf veel te warm krijgt.
Wie zijn bij de partus aanwezig?
Nogmaals, allereerst is rust erg belangrijk. U doet er daarom goed aan om niet te veel mensen bij de partus aanwezig te laten zijn. Als u geen ervaring met een partus heeft, is het fijn om een ervaren fokker in de buurt te hebben. Elke bevalling verloopt namelijk anders, een ervaren fokker kan in dat geval veel stress wegnemen. Het is echter van belang dat de teef deze persoon kent/zal accepteren, anders geeft dit voor de teef te veel stress.
Het begin van de partus herkennen
De dracht van een hond duurt tussen de 57-72 dagen, maar de meeste honden dragen gemiddeld 62-63 dagen. Veel honden, maar niet allemaal, laten een daling van de lichaamstemperatuur
(0.5-1.5 °C) zien ongeveer 24 uur voor de partus begint. Het is daarom verstandig om te weten wat de normale temperatuur van uw hond is. Dit kunt u doen door ’s morgens, ’s middags en ’s avonds met een thermometer haar temperatuur te meten in de anus (Oorthermometers zijn vaak niet betrouwbaar). De thermometer kan glad gemaakt worden met glijmiddel en wordt ongeveer 4-5 cm rectaal ingebracht. De normale temperatuur van een hond ligt tussen 38-39 °C, in rust soms lager.
Vaak willen honden vlak voor de partus niet meer eten of drinken en worden onrustig. Ze kunnen gaan graven in en buiten de werpkist, kunnen vaak in de plashouding zitten, likken zichzelf veel en lopen veel heen en weer. Zeker als dit gepaard gaat met het verlies van vruchtwater kan aangenomen worden dat de partus is begonnen.
De partus
De eerste weeën beginnen 12-24 uur voordat de pups geboren worden. Zodra er een pup in het geboortekanaal terechtkomt zal de teef actief gaan persen. Zodra de pup is geboren, zorgt de teef er vaak zelf voor dat deze uit de vliezen wordt gehaald en wordt schoongelikt. Hierbij breekt de navelstreng meestal vanzelf. Als dit niet het geval is kunt u deze met een draad afbinden en doorknippen op ongeveer 1-2 cm van de buikwand. Zeker bij een eerste nest kan uw teef schrikken van de pups. Laat de pups de eerste 24-48 uur daarom nooit alleen met de moeder, dit om doodliggen/bijten te voorkomen! Tussen de bevalling van elke pup zit gemiddeld 45 minuten, maar dit kan makkelijk oplopen tot enkele uren. Het is hierbij erg belangrijk dat de teef niet perst en zich verder rustig gedraagt. Elke pup heeft een eigen nageboorte of placenta. Vaak komt deze tegelijk met de pup naar buiten, maar deze kan ook later komen. Ook kan de teef de placenta opeten, zorg ervoor dat ze er niet te veel van opeet, ze kan hierdoor flinke diarree krijgen. Probeer te tellen of alle placenta’s uitgedreven zijn, ze kunnen anders voor problemen zorgen.
Wanneer bel ik de dierenarts?
Het is belangrijk contact op te nemen met uw dierenarts (ook ’s nachts of in het weekend) wanneer:
- de teef langer dan 30 minuten hevige buikpers heeft en u geen pup/vordering van de partus ziet.
- als de teef plotseling een zieke indruk maakt.
- wanneer er groene/stinkende uitvloeiing uit de vulva komt zonder dat de partus doorzet.
Na de partus
Soms wil de teef niet eten/drinken of uit de werpkist komen. Biedt dit dan aan in de werpkist en geef haar de tijd te wennen aan haar pups. Na enkele dagen is de teef vaak weer helemaal op haar gemak.
De ontlasting van de teef kan in de dagen na de bevalling wat dun zijn door het eten van de placenta’s, ook de eetlust kan hierdoor verminderd zijn. De ontlasting en eetlust moeten in de dagen na de bevalling weer normaal worden.
De uitvloeiing uit de vagina is de eerste tijd na de bevalling overwegend groen gekleurd, maar wordt al snel rood. Na 8-14 dagen wordt de kleur van de uitvloeiing lichter, vervolgens doorzichtig en dan slijmerig. Drie weken na de bevalling is de uitvloeiing over het algemeen gestopt.
Het is verstandig de melkklieren te controleren. Ze horen soepel aan te voelen en mogen niet pijnlijk zijn. Als dit wel het geval is, neemt u dan contact op met uw dierenarts.
Keizersnede of sectio caesarea
Als de partus niet vordert of er andere aanwijzingen zijn dat het niet goed gaat met de pups of de moeder, moet er soms gekozen worden voor een keizersnede of sectio. Hierbij worden de pups operatief via de buikholte uit de baarmoeder verwijderd. Aan elke operatie zitten risico’s en omdat elke partus anders is, wordt de beslissing over het uitvoeren van een sectio altijd na overleg met een dierenarts genomen. Uiteraard wordt de narcose aangepast, zodat moeder en pups er zo min mogelijk last van hebben en zo snel mogelijk wakker zijn. Dit bevordert de binding van de teef met de pups en hierdoor komt de melkproductie makkelijker op gang. Toch kan de melkproductie na de ingreep langzamer op gang komen dan bij een natuurlijke bevalling.
Het is een prachtig gezicht om te zien hoe de pups zich in snel tempo ontwikkelen en de omgeving zullen gaan verkennen, geniet ervan!
Afspraak maken

Van de Reijtstraat 21
4814 NE Breda
Ma t/m vr: 8:00 - 19:00 uur
Zaterdag: 8:00 - 12:00 uur
Ons team
Dierenkliniek Breda heeft een enthousiast team van dierenartsen en paraveterinairen voor u klaar staan. Zij zijn zeer toegewijd en ervaren op hun vakgebied. Bij Dierenkliniek in Breda staat de aandacht voor uw dier centraal.

ons team
Wat vinden baasjes van onze kliniek?
Gemiddelde waardering: 4,7